vrijdag 13 december 2013

EDO competenties.

Bij hoek 3 passen we ook de EDO competenties toe:

1) Nieuwe kennis: wij als lkr zijn ons eerst gaan verdiepen in dit onderwerp. Daarna kunnen de kinderen informatie vinden uit de boeken.
2) Systeemdenken: dat is de cyclus van we trekken door, gaat naar waterzuivering, zo verder naar beek, rivier, zee. Doordat niet alles gezuiverd kan worden in het waterzuiveringssysteem vervuilen we de natuur.
3) Omgaan met emoties: als we in onze bundel de vraag stellen 'Wat vinden jullie hier zelf van?' Dan gaan we werken rond de emoties van de kinderen.
4) Actiegerichtheid: in het bundeltje de vraag stellen aan de lln: Wat kunnen we hieraan doen. (Dan beginnen ze al naar eventuele oplossingen te zoeken)

Breed evalueren.

Toepassing op hoek 3

1) Breed kijken = lln zelf naar een oplossing laten zoeken. (dit is zoeken in boeken om zo het werkblad op te lossen). 
2) Breed evalueren = kijken naar levensechte situaties: lln naar de wc sturen om door te trekken. 

Toepassing op hoek 4:

1) Breed evalueren = kijken naar het omgaan met kennis: Ze leren iets, filmpje en daardoor kunnen ze aanduiden hoe het voedsel in ons lichaam gaat. (ze gaan hun net geleerde competenties meteen tonen.)

Hoekenwerk toegepast op de matrix.


Technisch systeem
Technisch proces
Hulpmiddelen
Keuzes
Begrijpen
In hoek 3 komen ze te weten hoe een toilet werkt.
Uitleggen wat het is.

Uitleg hoe je een hulpmiddel moet gebruiken.

Niet toegepast in onze hoeken.
Weten dat je keuzes moet maken.

Niet toegepast in onze hoeken.
Hanteren
In hoek 3 moeten ze een papiertje doortrekken en zo nadenken waar het papiertje naartoe zou gaan.
Onderverdeeld in het cyclisch proces:
Probleem stellen.
Plannen.
Uitvoeren.
Evalueren
Bijsturen.

Gebruiken van hulpmiddelen.

Niet toegepast in onze hoeken.
kiezen op zichzelf. Is te voor de hand liggend, wordt meestal niet in de matrix gezet.
Duiden
In hoek 3 denken ze verder na over hoe het bij de ontwikkelingslanden gebeurd.
Toepassen op alles.

Niet toegepast in onze hoeken.
Word niet gedaan omdat je dan terug naar het technisch systeem gaat zien.
Keuze beïnvloed de mens en anderen.

Niet toegepast in onze hoeken.


Ik ben gaan nadenken over de dingen die wij niet hebben toegepast in de matrix, hiervoor heb ik oplossingen gezocht zodat ik heel de matrix kan toepassen op het toilet.

Technisch proces:
Hierbij hadden we de riolering maken,  maar we hebben niet heel het cyclisch proces doorlopen. Het punt uitvoeren komt hier aan bod aangezien ze zelf een constructie maken. Evalueren kan niet aan bod komen aangezien wij de stappen geven en dit juist moet zijn, daardoor kan je ook niet gaan bijsturen. Ik heb een oplossing gevonden om in deze hoek wel al de stappen van het cyclisch proces aan bod te laten komen.
Je geeft de leerlingen een probleem: het potje water aan de ene tafel moet in het potje aan de andere tafel terecht komen, hoe doe je dit zonder het potje water naar de andere tafel te brengen met je handen? Hierbij moeten de leerlingen dus een plan gaan opstellen. Als dit doordacht gemaakt is kunnen ze dit beginnen uitvoeren, dit evalueren ze dan. Als alles goed verlopen is moeten ze niets meer bijsturen, anders moeten ze dit bijsturen en terug evalueren zodat uiteindelijk alles goed werkt.

Keuzes:
In hoek 3 leren ze de weg van het water van de wc naar de natuur. Ze weten dus dat het WC water niet helemaal gereinigd in de natuur terecht komt. Hierin zijn dus nog geen keuzes gemaakt, dit hadden we ook niet in onze hoek maar als je dan de leerlingen de vraag stelt of je nu wel of niet een luchtverfrisser in de wc mag hangen? Hierin moeten ze zelf een keuze maken met de achtergrondkennis dat niet alles proper geraakt.

Hoekenwerk: Het toilet.

Eerst hebben we in groep gebrainstormd over dit onderwerp. Dan hebben we de verschillende invalshoeken eens bekeken die we in het hoekenwerk kunnen gebruiken. We hebben hierbij ook rekening gehouden met de matrix. Daarna hebben we geprobeerd op het breder evalueren en EDO in de hoeken toe te passen.
We hebben ons hoekenwerk in 5 hoeken ingedeeld:

1. Hoek 1: evolutie wc
De leerlingen krijgen wc’s van vroeger tot nu te zien, daarnaast staat een beetje uitleg. Het is de bedoeling dat ze deze op de juiste plaats op de tijdlijn leggen. Als dat gebeurd is mogen ze de kaartjes omdraaien want daar staat de juiste datum op. Als ze alles goed hebben moeten ze niets meer doen, anders moeten ze de kaartjes in de juiste volgorde leggen en de wc tijdlijn nog eens bekijken. Wat ze moeten doen staat allemaal op een instructiekaart geschreven.

2. Hoek 2: hygiëne
De leerlingen mogen zelf eerst hun eigen bevindingen vertellen over wat nu het makkelijkste ging om je handen te drogen, met een haardroger, keukenrol of handdoek. Daarna mogen ze zelf een stappenplan opstellen over hoe ze nu hun handen juist moeten wassen na een wc-bezoek. Als ze dat gedaan hebben krijgen ze achteraf een stappenplan van de lkr om te overlopen of ze geen stappen zijn overgeslagen. Achteraf krijgen ze via de pc een PPT te zien waarin een aantal stellingen te zien zijn. Ze moeten altijd eerst antwoorden voor ze verder mogen gaan. Als er nog tijd over is mogen ze zelf toiletafspraken maken. Zodat de lkr achteraf deze kan bundelen tot 1 toiletafspraak voor de klas. (handen wassen in scholen is verplicht)

3. Hoek 3: waar gaan mijn uitwerpselen naartoe?
De leerlingen een papiertje in de wc laten gooien --> doortrekken --> wat gebeurt er? --> werking uitleggen --> waar gaat het water naartoe?
Boeken op tafel leggen, zodat de leerlingen zelf oplossingen kunnen zoeken over de werking van water --> werking natuur --> waterzuivering; (Antwoorden op een vragenblad)
Verder kijken naar ontwikkelingslanden. Hoe gebeurt het daar?

4. Hoek 4: Werking van het lichaam
De leerlingen krijgen een filmpje te zien over de spijsvertering. Daarna mogen ze op de pop zelf de werking van de spijsvertering aanduiden en verwoorden.

5. Hoek 5: Riolering
De leerlingen kunnen aan de hand van een stappenplan een riolering maken.

woensdag 11 december 2013

Kwaliteit van een les wereldoriëntatie.

Als een leerling op verlof is en zegt: 'ik zal je hierover eens iets vertellen'. Dan weet je dat je geslaagd bent in het lesgeven want de leerling begint hier spontaan over te vertellen.

zaterdag 7 december 2013

Inspectie: Alternatieven van evalueren

Zoals ik hoopte hebben we in de vorige W.O. lessen geleerd over evalueren. Hierdoor heb ik inspiratie opgedaan naar nieuwe evaluatievormen. Aangezien mijn stageschool hieraan moest werken en meerdere alternatieven moest vinden kwam deze les goed uit voor mij. Hierdoor ben ik gaan nadenken wat mogelijk was in mijn stageschool en zo heb ik dus zelf een aantal alternatieven gezocht. Mijn inspiratie komt uit het boek ‘Breed Evalueren’ van Ludo Heyen.

Alternatieven:          

  • Vanuit observaties een punt geven: Hierdoor kijk je niet enkel naar het cognitieve van de lln.
  • Complexe probleemtaken voorstellen: Niet vanuit het geleerde werken maar zelf naar de oplossing laten zoeken. Hierbij zoeken de leerlingen zelf op en kan het antwoord per lln verschillende zijn.
  •  De lln zelf een portfolio laten aanmaken.
  • De lln gaan zelfevaluaties doen. Hierbij beoordelen ze zichzelf, ze moeten dan wel kritisch zijn voor zichzelf.
  • Groepstoetsen: Zo gaan leerlingen samen nadenken en een antwoord formuleren. Zo kunnen de lln die cognitief zwakker zijn ook eens beter punten halen.
  • PPT laten maken door de lln: Hierdoor verwerken ze het onderwerp op hun niveau. Zo begrijpen de lln het beter.


Er zijn er nog wel een aantal maar deze zou ik effectief ook kunnen en willen toepassen in mijn klas, als dit toegestaan wordt. Het is zeker handig om deze in het achterhoofd te houden, zo wissel je af van evaluatievormen en kan je op verschillende manieren ook een punt geven. Ik vind deze evaluatie objectiever voor de lln omdat je als lkr dus niet altijd gaat pijlen naar de kennis van de lln.

maandag 2 december 2013

Enkele vragen na les 5 (bre(e)d(er) evalueren.)

1. Welke elementen zijn nieuw?

Dat de huidige lkr op een rapport altijd de kennisreproductie zal toetsen, men gaat niet zien hoe vaardig een lln is. Als lkr moet je ruimte laten om andere dingen, de vaardigheid van een lln, in het rapport te steken. Hiervoor moet natuurlijk de verwachtingen van de ouders gaan veranderen want ze gaan enkel kijken naar de punten op het rapport (ze zitten in dit patroon). Terwijl dit niet altijd een goede weergave is van het kunnen van het kind. Een eerste stap om een goed rapport weer te geven is door altijd te observeren en van daaruit je conclusies trekken.

De evaluatie moet niet alleen op het einde van de leerstof geëvalueerd worden. Het is belangrijk om ook tijdens het proces te evalueren, zo zie je ook welke leerlingen mee zijn en welke niet. Doordat dit te weinig gedaan wordt, zorg je ervoor dat leerlingen niet mee zijn met de leerstof en op het einde dus slechte punten halen. Dat heeft dan weer gevolgen op de volgende leerstof, zo zitten we in een vicieuze cirkel waar de leerling niet meer uit geraakt.

EDO: educatie duurzame ontwikkeling:
4 principes: kennis opdoen, systeemdenken bevorderen, aandacht voor waardeontwikkeling en emoties en actiegericht
2. Welke elementen kan je linken aan kennis en vaardigheden die je reeds bezit?

Dat lkr te vaak kennis gaan toetsen en dat ze dus niet naar de vaardigheden van lln gaan zien.

Duurzame ontwikkeling is belangrijk, we moeten zien dat de volgende generatie ook nog kan leven op aarde. Duurzame energie is gebruik maken van dingen die nooit opraken, zoals de zon: zonne-energie.

3. Wat leer/leerde je uit de opdrachten?

Breder evalueren: We kunnen niet meteen breed gaan evalueren maar als je altijd 1 ding erbij doet  dan kom je uiteindelijk wel op het resultaat dat je wil bekomen:

- Kijken naar verschillende ontwikkelingsdomeinen, niet enkel naar schoolse vakken.  --> leergebied overschrijdende doelen stellen in je lesvoorbereiding.
- Kijken naar verschillende evaluatievormen.  --> Niet enkel een kennistoets.
- Kijken naar de motivatie van het kind.  --> Zo gaan we de lln meer stimuleren om iets te studeren.
- Kijken naar levensechte situaties.
- Laat lln zelf evaluatiecriteria en evaluatievragen opstellen.
        o Zonder kennisvragen op te stellen.
- Permanent evalueren.
- Het proces evalueren  --> een goed proces geeft een goed product weer. Volgens mij is dit toch het doel van elke leerkracht!?

 --> Aangezien niet elke leerling hetzelfde leert moeten we naar elk individu gaan zien, zo inspelen op de noden van het kind en er dus voor zorgen dat de betrokkenheid hoog is. Als dat niet is moet je alternatieven gaan zoeken om dit wel te krijgen. (Creëren van een positieve sfeer, vertrekken vanuit de leefomgeving.)
Heel veel informatie heb ik gehaald uit het boek ‘breed evalueren’ van Ludo Heylen.

4. Welke sterke punten kan je inzetten?

Doordat ik voor een positief leer en leefklimaat zorg, houd ik er rekening mee dat mijn betrokkenheid altijd hoog is.

5. Welke leervragen roept dit op? 

Kunnen we van dit patroon afstappen?
Is dit breed evalueren (niet de afzonderlijke delen) haalbaar?
Ik begrijp dat je dit probeert in je eigen klas, dat jij van het patroon afstapt maar stappen de lkr van het volgende jaar ook van dit patroon? Want als dit niet is, hoe zit het dan met het volgende jaar?
Als elke lln een aparte begeleiding en motivatie nodig heeft stel ik me de vraag hoe je dit in de praktijk gaat toepassen?

Wat ik zeker mee neem naar de volgende stage is dat we kritischer moeten gaan kijken naar evalueren.